Tien dingen die vrouwen moeten weten over het inleiden van de bevalling
In de moderne westerse cultuur hebben de meeste vrouwen al over inleiding van bevalling (inductie) gehoord voordat ze zwanger zijn. Dat het vaak wordt voorgesteld wanneer men denkt dat het veiliger is voor de baby om geboren te worden dan nog langer in de baarmoeder te blijven. En veel vrouwen weten dat heel vaak wordt gedaan als de baby 'over tijd' is. Of ook wanneer de vrouw ouder is dan gemiddeld, als haar vliezen voortijdig zijn gebroken of als ze een gezondheidsprobleem of aandoening heeft die inleiding van bevalling noodzakelijk maakt.
Maar meer dan dat weten we meestal niet, terwijl er eigenlijk toch meer bij komt kijken bij de beslissing om de bevalling al of niet in te leiden.
Hieronder tien punten die nuttig zijn om te weten. Zodat je een geïnformeerde beslissing kan nemen als je inleiding van bevalling wilt/dient te overwegen. Er zijn natuurlijk veel meer dan tien dingen om te weten, maar dit overzicht is bedoeld als uitgangspunt voor discussie en niet als limitatieve opsomming.
1. Een ingeleide bevalling is niet zoals een spontane bevalling.
Ingeleide weeën zijn heel anders dan weeën die spontaan beginnen. Je krijgt kunstmatige hormonen toegediend die sneller pijn kunnen veroorzaken dan bij een spontane bevalling. Synthetische hormonen leiden niet tot het vrijkomen van de eigen natuurlijke pijnstillende stoffen, zoals de eigen hormonen zouden doen als je spontaan zou bevallen. Er zijn ook enkele mogelijke bijwerkingen, wat betekent dat je nauwlettender in de gaten moet worden gehouden.
De verhoogde controle kan ertoe leiden dat je je minder goed kan bewegen. Dat kan op zijn beurt weer leiden tot meer pijn en stress, en dat kan er al snel toe leiden dat je het gevoel krijgt dat je minder controle hebt. Niet iedereen vindt dit een probleem, maar het is iets om bewust van te zijn.
Inleiding kan ook behoorlijk lang duren. Vrouwen wachten vaak (en meestal maar niet altijd op een ziekenhuisafdeling) twee of drie dagen voordat de bevalling echt op gang komt. Dit kan soms frustrerend zijn, vooral als je geliefden niet mogen blijven.
2. Sommige vrouwen vinden het opwekken van weeën pijnlijker.
Opgewekte weeën kunnen heel snel heel scherp worden, zonder dat ze noodzakelijk een meetbaar effect hebben. Het is gemakkelijk om sneller moe en/of gedesillusioneerd te worden dan bij spontane bevalling. Oxytocine-opgewekte weeën kunnen ook heel sterk zijn, en er is vaak minder tijd om hieraan te wennen dan wanneer de bevalling spontaan begint. Daarnaast kan het toegenomen aantal vaginale onderzoeken en andere interventies extra pijn of ongemak veroorzaken. Ook hier vindt niet iedereen dit een probleem, maar het is goed om dit vooraf te weten. Als je besluit om je weeën te laten opwekken, wil je misschien ook nadenken over wat je wilt doen om de pijn te verzachten.
3. Inleiding is een package deal.
De medicijnen die gebruikt worden om de bevalling te induceren zijn krachtige stoffen die de eigen hormonen van de vrouw blokkeren. Ze kunnen soms bijwerkingen veroorzaken bij de vrouw of de baby. Het is het effect van deze medicijnen dat gemeten, gecontroleerd en gecompenseerd moet worden bij een bevalling. En dat maakt dat je bepaalde keuzes - zoals bv weigeren van vaginaal onderzoek - niet meer kan maken. Als je je zorgen maakt of bepaalde aspecten van inleiding niet zijn wat je wil, neem dan de tijd om goed te overwegen of inleiding echt nodig of juist is voor jou.
4. Strippen van de vliezen is niet ‘onschuldig’.
Tegenwoordig wordt er op veel plaatsen vaak een beleid gevoerd om vrouwen op een bepaald moment in de zwangerschap ‘strippen van de vliezen’ aan te bieden, in de hoop dat dit het aantal vrouwen dat wordt ingeleid zal verminderen. We kunnen niet weten of dit echt zo werkt. Omdat we niet weten of alle vrouwen die inductie aangeboden krijgen ermee instemmen.
Ook is het zo strippen ongemak, bloedingen en onregelmatige weeën kan veroorzaken. Sommige studies komen tot de vaststelling dat strippen de bevalling slechts met ongeveer 24 uur vooruithelpt. De auteurs van de Cochrane review hierover concludeerden: “Routinematig gebruik van strippen vanaf 38 weken zwangerschap lijkt geen klinisch belangrijke voordelen op te leveren. Wanneer het gebruikt wordt om de bevalling in te leiden moet de vermindering van het gebruik van meer formele inductiemethoden worden afgewogen tegen het ongemak van de vrouw en andere negatieve effecten". (Boulvain et al 2005: 2).
5. Natuurlijke opwekking van weeën is een oxymoron.
Of we wachten op spontane weeën, of we proberen ons ermee te bemoeien en het eerder te laten gebeuren dan anders het geval zou zijn geweest. Soms is er een goede reden om weeën te stimuleren, maar als een vrouw ricinusolie neemt of haar verloskundige vraagt om dagelijks te strippen of ze neemt iets waarvan men beweert dat het helpt om te bevallen, dan probeert ze haar bevalling met niet-medische middelen op te wekken. Daar is uiteraard niets mis mee, maar is het wel goed om duidelijk te zijn over wat onze bedoeling van gelijk welke interventie is. Vooral omdat we in een cultuur leven die geduld en de lichamelijke processen van vrouwen voortdurend devalueert.
6. Inleiding van bevalling is NIET de wet!
Soms krijgen vrouwen te horen dat ze vierentwintig uur na het scheuren van de vliezen moeten ingeleid worden en dat dit de wet zou zijn. In de meeste landen zijn er geen wetten die bepalen wat een zwangere vrouw al dan niet moet doen. Als een beroepsbeoefenaar zoiets zegt, kan je dit aangeven bij zijn of haar beroepsorganisatie.
7. Het is niet ‘een beetje’...
Soms gebruiken verloskundigen en artsen taal die de door hen aangeraden interventies bagatelliseert. Zoals bijvoorbeeld zeggen dat ze maar ‘een beetje’ toedienen als ze intraveneuze oxytocine (syntocinon) toedienen. Dit middel is soms levensreddend, en soms wordt het te veel gebruikt. Het is een zeer krachtig middel dat als zodanig moet worden gerespecteerd. Het kan maken dat de baby niet zo goed kan omgaan met de weeën. Op sommige plaatsen is het de gewoonte om de hoeveelheid syntocinon die vrouwen krijgen te blijven verhogen totdat de baby reageert, en het dan pas af te bouwen, omdat men van mening is dat dan het juiste niveau is gevonden. Maar zelfs als dit niet wordt gedaan en het syntocinon slechts wordt verhoogd tot de weeën effectief zijn, is het een medicijn dat gerespecteerd moet worden. De potentiële effecten ervan moeten niet worden geminimaliseerd door professionals, al dan niet opzettelijk.
8. Vrouwen falen niet. Inducties en systemen wel.
Inleiding werkt niet altijd, en dat is niet de schuld van de vrouw. We weten nu dat sommige vrouwen niet zo goed reageren op de gebruikte medicijnen vanwege o.a. genetische factoren. Er kunnen andere redenen zijn waarom inleiding misschien niet werkt, bijvoorbeeld omdat de vrouw of de baby niet klaar was voor de bevalling.
Er is niets mis met jou als inductie niet werkt. Dit is een ander geval waarin de taal die in de kraamkliniek wordt gebruikt moet worden herzien.
9. De risico’s zijn later, lager en soms minder te voorkomen dan men denkt.
Het antwoord op de vraag of de kans op doodgeboorte verkleind kan worden door meer bevallingen vlugger in te leiden, is ingewikkeld. In sommige situaties, zoals bij een laattijdige bevalling, is er niet zo vlug een verhoogd risico als men soms denkt, en het is ook lager dan wat vrouwen vaak wordt verteld. In feite was de uitkomst zoals ervaren door vrouwen vergelijkbaar, of ze wachtten op spontane bevalling of dat de bevalling werd ingeleid. En geen van de individuele onderzoeken die inductie met niet-inductie vergeleken konden aantonen dat inductie voordelen zou bieden. Pas als alle resultaten van alle onderzoeken bij elkaar worden opgeteld, is er een klein verschil te zien, en zelfs dan is er een groot vraagteken, want de kwaliteit van de onderzoeken was niet altijd even goed. Er is geen goed bewijs dat trieste gebeurtenissen zoals doodgeboorte door meer ingrepen, zoals inleiding van bevalling, te voorkomen zijn.
10. De risico's voor oudere vrouwen, vrouwen met vermoedelijk grote baby's en vrouwen die via IVF zwanger zijn geraakt, zijn ook niet zo duidelijk als vaak wordt gesuggereerd.
Er zijn vrouwen die te horen krijgen dat ze omwille van hun situatie beter voor inleiding van de bevalling kiezen. Dat zijn dan vooral oudere vrouwen, vrouwen waarvan gedacht wordt dat ze hun baby groot is (ook al zijn we niet zo goed in het inschatten van het foetale gewicht, zelfs met een echografie) en vrouwen die door IVF zijn bevrucht.
Dit is ook niet zo simpel. Laten we oudere vrouwen als voorbeeld nemen. Sommige studies tonen een correlatie aan tussen een hogere moederleeftijd en een toename van bepaalde soorten complicaties, waaronder doodgeboorte. Maar dat betekent niet dat het inleiden van bevalling betere resultaten zou geven, en we hebben geen robuust bewijs dat dit echt zo zou zijn.
Er zijn ook nadelen aan inductie, dus de beslissing moet zorgvuldig worden afgewogen door de persoon die er het meest last van heeft. Vrouwen die ouder zijn of geacht worden 'meer risico' te lopen, krijgen al vaak meer controles en ingrepen aangeboden, en deze kunnen complicaties veroorzaken die dan weer tot meer interventie leiden. Oudere vrouwen hebben ook vaker andere gezondheidsproblemen en het is moeilijk te zeggen of deze problemen en/of hun leeftijd de oorzaak zijn van eventuele problemen. De studies die hier naar gekeken hebben, hebben deze problemen niet altijd van elkaar gescheiden, en de enige onderzoeken die dat hebben gedaan, hebben gekeken naar vrouwen die al een tijd geleden waren bevallen, en die zijn misschien niet vergelijkbaar met vrouwen vandaag de dag. Er is dus echt gebrek aan goede gegevens op dit gebied, en helaas hebben de onderzoeken die worden uitgevoerd om dit verder te bestuderen de neiging om jongere vrouwen nog eerder in de zwangerschap in te leiden, zodat de resultaten ervan misschien ook niet veel nut hebben voorvrouwen.
Vrouwen die inleiding van bevalling aangeboden krijgen, moeten veel dingen afwegen om te bepalen welke weg voor hen de juiste is. We moeten alle vrouwen van harte steunen, of ze nu willen dat hun bevalling wordt ingeleid of niet. De ervaringen van vrouwen met inductie kunnen heel erg uiteenlopend zijn. Sommigen zijn echt blij met hun ervaring, anderen veel minder. Maar wat we het vaakst horen is dat veel vrouwen wensen dat ze meer informatie hadden gehad. Vandaar dit artikel om je een idee te geven van welke vragen je kan stellen als je inductie overweegt.
Naar een artikel van Sara Wickham