Skip to main content

Bekkenpijn na de zwangerschap

Geschreven voor ...

zorgpartners
19 april 2022
Bekkenpijn

Onbekend terrein

Bekkenklachten worden nog vaak niet herkend. Door de kraamvrouw, die ten onrechte denkt dat het er wel bij zal horen na de bevalling. Maar ook zorgverleners weten niet altijd een goede inschatting te maken en de juiste adviezen te geven. Manueel therapeut Cecile Röst ontwikkelde daarom een cursus speciaal voor kraamverzorgenden: “Je legt in die eerste week een essentiële basis voor de herstelperiode daarna.”

Cecile Röst (1961) is orthopedisch manueel therapeut, kinderfysiotherapeut en wetenschappelijk onderzoeker. Tijdens haar derde zwangerschap kreeg ze bekkenpijn. Ze ontwikkelde oefeningen, gebaseerd op yoga, om diepijn onder controle te krijgen. Zo ontstond een eigen oefenprogramma, waarvan de effectiviteit is gemeten in wetenschappelijke studies. Sinds 1998 geeft Cecile trainingen aan o.a.verloskundigen, verpleegkundigen, oefentherapeuten, fysiotherapeuten en artsen, zowel in Nederland als in België en Canada.

Bekkenpijn of bekkeninstabiliteit

Bij vrouwen die in de zwangerschap of in de eerste maanden postpartum last hebben van hun bekken, spreken we van zwangerschapsgerelateerde bekkenpijn. Van bekkeninstabiliteit spreken we pas als de klachten na een paar maanden tot een jaar nog aanhouden. Dat is bij slechts een heel kleine minderheid het geval.

mustafa omar tEz8JU1j 00 unsplash
Photo by Mustapha Omar on Unsplash

Herken de signalen

Het is zeker niet de bedoeling dat je zelf een diagnose leert stellen, benadrukt Cecile. Maar je moet wel weten wat de signalen zijn, zodat je hulp kan inschakelen waar nodig. “Er is pijn die hoort bij hechtingen, een zwelling of een hematoom. Die hoort af te nemen naarmate de kraamvrouw geneest. Ze kan hinder ondervinden bij het zitten, maar als ze ook in andere houdingen klachten houdt, is er iets anders aan de hand. Bij vrouwen die klachten hebben in de bekkenregio – lage rug, schaambot, billen, bovenbenen – en die pijn hebben in een specifieke houding of bij een bepaalde beweging, denk je aan bekkenpijn.”

Lang niet alle kraamvrouwen brengen zelf ter sprake dat ze pijn hebben. “Vaak sluiten ze zich in zichzelf op. Maar als je goed kijkt, zijn er signalengenoeg: een gespannen gezicht, vernauwde of half dichtgeknepen ogen, moeizaam of heel voorzichtig bewegen, een verkrampte houding,hoge spierspanning, zweten, klamheid. Als een kraamvrouw knijpt met haar handen als ze op moet staan, zegt dat genoeg.” Als je dat ziet, praat er dan over met de kraamvrouw, is Ceciles advies. 

“Omgaan met pijn is voor veel zorgverleners lastig. Het is niet leuk om een ander te zien lijden. De meest natuurlijke reactie is dat je het zielig vindt,maar aan medelijden heeft die kraamvrouw natuurlijk niets. Sta open voor haar verhaal, vraag door naar de aard van de pijn en schakel op tijd de vroedvrouw of een bekkentherapeut in. Bij extreme pijn komt de bekkentherapeut meteen, ook ’s avonds als dat nodig is.”

Neem de klachten altijd serieus en heb er geen oordeel over, benadrukt Cecile: “Pijn heb je, die verzin je niet. Daar kun je gerust van uit gaan. Zeker bij kraamvrouwen, want die willen niets liever dan voor hun kind kunnen zorgen."

Scheef persen

Het is niet altijd zo dat bekkenpijn al begint tijdens de zwangerschap. Bij sommige vrouwen ontstaat de pijn tijdens de baring of in de dagen daarna. “De ene cursist zegt: ik heb nog nooit een vrouw met bekkenklachten gezien. De andere zegt: ik zie ze wekelijks. Het ligt er maar net aan hoe goed je de symptomen herkent”, zegt Cecile Röst. 

Een stuk theoretische basiskennis over het bekkengebied is daarom zeker noodzakelijk, vindt ze, maar helaas ontbreekt die in de meeste kraamzorgopleidingen. Terwijl juist de kraamverzorgende de meeste tijd met de vrouw doorbrengt en heel praktische adviezen op maat zou kunnen geven. “Als je die kennis niet hebt, kun je onbewust ook het verkeerde doen. Je helpt een vrouw uit bed die daar misschien nog niet aan toe is of omgekeerd, je adviseert bedrust aan iemand die gebaat zou zijn bij meer beweging.

Sommige vrouwen zijn er gevoeliger voor. Wie al eerder lage rugklachten of klachten rondom het bekken had, heeft een verhoogd risico. Ook alsde moeder of zus van de kraamvrouw last heeft (gehad) van bekkenpijn, is de kans groter dat ook zij er mee te maken krijgt. 

Cecile: “Vrouwen die al tijdens de zwangerschap last hebben van het bekken en dan hulp zoeken, hebben in de kraamtijd weinig klachten. In de kraamweek gaat het vooral om vrouwen bij wie de baring lang duurde of extreem pijnlijk was. Misschien moest er met veel kracht op de buik worden geduwd en is per ongeluk tegen het schaambot aan gedrukt. Of misschien was het kind erg groot voor het smalle bekken, of heeft de vrouw in een scheve houding geperst.”

Wanneer je met de kraamvrouw de bevalling bespreekt, vraag dan ook hoe pijnlijk ze het vond. Was de pijn extreem, dan is dat een trauma dat ze van zich af moet praten. Jij, de vroedvrouw en indien nodig ook een psycholoog kunnen haar helpen verwerken. Anders kan het haar herstel in de weg blijven staan.

Eerst staan, dan lopen

Bij sommige vrouwen ontstaan de klachten pas in de weken na jouw vertrek. “Ook dat is ten dele te voorkomen”, zegt Cecile. “Er zijn kraamvrouwen die zichzelf al heel wat vinden op dag drie. Het gaat zo goed dat ze denken dat ze de wereld aankunnen. Toch telt het stiekem allemaal op: het slaaptekort, de fysieke verzwakking die er onvermijdelijk is na de bevalling, er voortdurend moeten zijn voor de baby. Na een paar weken kan dat tot grote vermoeidheid leiden en dan kan één verkeerde beweging genoeg zijn. Bescherm deze moeders, zeker in de eerste dagen, tegen hun eigen overmoed. 

Daarnaast heb je als kraamverzorgende de unieke kans om vrouwen vanaf het begin op een juiste manier te leren bewegen. Omdraaien in bed bijvoorbeeld. Laat haar altijd het been dat het verste van de bedrand ligt, omhoog trekken. Daarmee kan ze zich afzetten om op haar zij te rollen, waarbij de bil eerst omhoog gaat. Dan kan ze zich met de armen ondersteunen en zo overeind komen. 

Leer elke kraamvrouw ook eerst goed stabiel te staan vooraleer ze gaat lopen. Goed rechtop, borstbeen trots omhoog, lichtjes door de knieënbuigen en de heupen recht boven de enkels. Als ze vanuit die positie gaat lopen, is ze veel stabieler dan dat ze ‘hangend in het bekken’ en een beetje voorovergebogen uit de startblokken schiet. Het lijkt klein, maar het vermindert de kans op klachten op termijn aanzienlijk.”

Meer weten? Kijk op www.rosttherapy.com of lees ‘Bekkenpijn tijdens en na de zwangerschap’ van Cecile Röst, Elsevier Gezondheidszorg
2007, ISBN 978 90 352 2919 8.

Auteur: Pien Bongers